Wandelen in liefde rond Gunung Sibayak
Een op waarheid gebaseerde historische roman, over verdriet, angst, liefde en zelfbeschikking in het Indonesië van 1952
In september 1951 ontmoeten dr. Pieter Schiphorst, malaria-arts op Sumatra en de zestien jaar jongere zuster Adrie Israel, verpleegkundige elkaar op de bootreis naar Indonesië, op weg naar hun werk.
Hun eerste kennismaking leidt tot een nieuwe ontmoeting in Kabandjahe en resulteert in een briefwisseling. Pieter's laatste brief van 27 december 1952 sluit hij af met de opmerking: 'Tot in januari'. Ze hadden afgesproken elkaar begin 1953 te ontmoeten voor een wandelvakantie in Brastagi, aan de voet van de vulkaan Gunung Sibayak. Op een van hun wandelingen verdwijnen ze spoorloos. Zijn ze verongelukt? Is er sprake van kidnapping? Zijn ze naar elders vertrokken? Hebben ze een keus gemaakt? Is er een leven na hun verdwijning?
In deze magistrale roman worden twee levens geschetst. Het leven van Adrie, die opgroeit op de boerderij van haar ouders in het streng christelijke Noordoost-Groningen. Jong begint ze aan haar opleiding tot diacones, deels tijdens de Tweede Eereldoorlog waarna ze in 1947 wordt uitgezonden naar Kabandjahe.
Het leven van Pieter zien we aan ons voorbijgaan tijdens de bezetting van Nederlands-Indië door Japan. Hij wordt in 1941 opgesloten in een jappenkamp terwijl zijn gezin naar een burgerkamp wordt overgebracht. Buiten zijn weten sterft zijn vrouw een jaar na haar internering. Na de oorlog trouwt hij met de zuster van zijn vrouw maar keert vrij snel terug naar Indië. De originele brieven van Pieter onthullen niet alleen zijn intieme correspondentie met Adrie Israel maar bieden ons ook de mogelijkheid Adrie te leren kennen en in de persoonlijkheid van Pieter te kruipen. Originele stukken uit zijn brieven zijn in het boek opgenomen en geven de lezer daarmee een beeld van zijn denken en filosoferen. Daarnaast maken ze duidelijk wat er psychologisch speelt tussen deze twee personen.